Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het rantsoen van ieders [14]ziel is zijn rijkdom; maar de arme hoort het [15]schelden niet. 14. Dat is, van het tijdelijke en lichamelijke leven, te weten als de rijke in de handen zijner vijanden gevallen is. Ziel voor leven, zie Gen.19:17. 15. Te weten, die jegens hem zou mogen geschieden vanwege enigen rijkdom, om zijn losgeld daarnaar te maken, of hem te beschuldigen van enigen rijkdom kwalijk gekregen te hebben. Of, hij is aan zulken haat, nijd en opspraak, gelijk de rijken, niet onderworpen, en wordt dikwijls vanwege zijne armoede vrijgelaten.